Kruså naar Hirtshals, 12 augustus

Vandaag dus van Kruså naar Hirtshals gereden. Heerlijk zonnig weer, mooie omgeving. Heuvelachtig Jutland met okergele velden graan, vaak ook al gemaaid. Wel een vrij drukke snelweg, vooral tot aan Aalborg. In Hirtshals staan we op een groot open veld boven op de klif met hééééél vééééél mensen die morgen, net als wij, de boot naar Noorwegen nemen. Of ze blijven hier om te vissen 😊.

Na aankomst stond de Shelter snel op zijn plek en zijn we naar het strand gelopen om Noor lekker te laten zwemmen, of wat daarvoor doorgaat. Ze vond het heerlijk. Geen schelpen hier op het strand, maar veel keien en (kiezel)stenen; da’s soms aardig balanceren. Hier boven op het duin staat een mooie witte vuurtoren; een leuk wandeldoel te bereiken via een pad dwars door de met wilde rozen begroeide duinen. Die vuurtoren staat midden in het ‘bunkermuseum’: het enige Duitse bunkercomplex uit WOII in Denemarken dat compleet is opgegraven. Het bestaat uit 70 locaties, 54 opgegraven bunkers en 3,5 kilometer gangen. Je kunt bijna overal in. Heel indrukwekkend, maar jammer dat het ooit dienst heeft gedaan.

Morgen op naar Noorwegen, we zijn benieuwd of we de Noren een beetje kunnen volgen. Want Noorwegen heeft maar liefst drie officiële spreektalen: Norsk en heel veel verschillende dialecten, Samisch in drie vormen, en het Kveens, dat vooral in het noorden wordt gesproken.

Behalve dat Noors gesproken wordt, wordt het natuurlijk ook geschreven… en heeft het twee officiële schrijftalen: Bokmål en Nynorsk, die volstrekt willekeurig door en naast elkaar gebruikt worden. Beide talen hebben dan ook weer drie varianten. Per saldo levert dat dus maar liefst zes geschreven talen op naast het Samisch dat ook drie varianten kent. Kennuhutnogvolluguh?! Alleen voor buurman Harry is dat waarschijnlijk geen enkel probleem, hihi. 

Nynorsk wordt behalve op televisie niet meer gesproken, het wordt inmiddels langzaamaan verdrongen door Bokmål.

Gemeenten in Noorwegen mogen zelf kiezen welke taal er gebruikt wordt.

‘Koninkrijk Noorwegen’ kun je dus in de volgende schrijfwijzen tegenkomen: Kongeriket Norge (Bokmål), Kongeriket Noreg (Nynorsk), Norgga gonagasriika (Noord-Samisch), Vuona gånågisrijkka (Lule-Samisch) en Nöörjen gånkarijhke (Zuid-Samisch).

Wij zullen veel dialecten horen en vermoedelijk vooral het Bokmål lezen.  

Om het moeilijk te maken: er zijn heel wat woorden die ondanks de verschillende schrijfwijze hetzelfde worden uitgesproken. De klank van de uitspraak moet je dan verder helpen. Hoor je ‘beuner’, dan betekent dat boeren (bønder) of bonen (bønner).

Het Noors heeft behoorlijk wat Nederlandse leenwoorden. Dat zou het dan voor ons weer wat makkelijker moeten maken. Zonder vertaling weten we best wat het betekent: melk, yoghurt, brød, appelsin, blomkål, kalkun, lekkasje, slitasje, beskrive, besøke, overhale. En natuurlijk reise, vier weken lang. Als het op de boot maar niet te hard gaat vaie, dat ville we niet.

Niet alleen de taal kent variaties, maar ook het volkslied. Daar zijn er twee van: burgerlijk en koninklijk.

Gelukkig spreken de Noren doorgaans goed Engels. Want met ons Noors gaan we het hoogstwaarschijnlijk niet redden…