Alley & Abbey go Lappi, Suomi, 31/1 avond

1 februari 2022 - Saariselkä, Finland

31 januari bij Saariselkä, rendiertocht, pikkedonker, -30 graden C.

Vandaag waren we wel op tijd voor het eten, gelukkig. Al doende leert men… Voor het eten het blog verstuurd en na het eten ons in tig lagen kleding en een thermo-overall gehesen. Nou dat klinkt wel makkelijk zo. Maar dat is met toch een gedoe; dat kun je niet alleen hoor, daar moet een kleedster bij assisteren!

In het busje naar de rendierfarm leg je het vervolgens weer af in die noordpooloutfit, dus ga je weer zo veel mogelijk ‘afpellen’, om dan op de plaats van bestemming alles weer aan te sjorren. Zo word je lekker bezig gehouden.

Eenmaal aangekomen bij die farm eerst een uitgebreide uitleg over wat vooral NIET te doen, werden we door een vrolijke Finse richting sledes geleid. Nou denk je als heuse toerist dat je in een grote slee plaatsneemt waar een stuk of zes rendieren voor staan. Zoiets als die van Santa… Niets was minder waar: een lage tweepersoons houten bak getrokken door maar liefst één heel rendiermannetje. En dan alles achter elkaar gekoppeld als ware het een rendiersledetrein. Een Sami lopend voorop en dus in wandelpas door het donkere, nevelige bos. Wel apart hoor. Onderweg wat vlagen noorderlicht gezien, hopelijk zien we later op de avond meer. Na de tocht in een tipi rond het vuur wat gedronken en een rondleiding gehad over het terrein. Onze gids heeft veel verteld over de rendieren en de Sami.

Van de rendieren worden alleen de mannetjes gebruikt om de sledes te trekken, de vrouwtjes niet. Die moeten op krachten blijven voor de dracht. Meestal werpen ze één jong, een tweeling is zeldzaam.

Ze willen jammer genoeg niet geaaid of geknuffeld worden, ook al zien ze er erg aaibaar uit. De haren van het rendier zijn holle buisjes gevuld met lucht, die daardoor goed isoleren. Aaien betekent schade aan de vacht omdat luchtkussentjes verdwijnen in een plat geaaide vacht, en die hebben ze zo hard nodig om warm te blijven. Zouden wij ze aaien, dan krijgen ze het dus koud en worden ze narrig. Heel begrijpelijk! Ik zou willen dat ik hier ook zo’n vacht had zeg. Alleen de ijsbeer heeft een nog beter isolerende en warmere vacht.

Af en toe liep het dier achter ons wat harder en liep met zijn kop naast mijn hoofd, en dan nog mocht ik hem niet aanraken. Zó moeilijk! Bovendien moet je goed uitkijken dat je niet per ongeluk een knal van het gewei krijgt. Kan hard aankomen.

In de winter leven ze vaak op boerderijen, ze komen daar zelf naartoe. In de zomer worden ze het bos weer ingestuurd. Vandaar dat de Finnen ze half wild, half gedomesticeerd noemen. Soms komen ze niet terug en leven de hele winter in het bos en op de vlaktes.

En dan nu wat weetjes: de Sami (of Samen) zijn van oorsprong nomaden uit Lapland die vroeger ook Lappen werden genoemd, maar zij vinden dat beledigend. De Sameting is hun eigen parlement in zowel Noorwegen, Zweden als Finland. Het heeft in die landen inspraak in zaken die over de Sami en hun leven gaan. In Noorwegen wonen zo’n 50.000 Sami, in Zweden 20.000, in Finland 6.000 en in Rusland 1.800. Hiervan spreken minder dan 20.000 mensen nog Samisch, wat overigens geen standaardtaal is. Het gesproken Samisch kent veel verschillende varianten en is verwant aan het Fins en Ests. Een deel van de Sami leefde traditioneel als nomaden en volgden de rendierkuddes op hun voedseltrek. Zij leefden van de melk, vlees en huiden van de rendieren, die ook de sledes trokken. Het andere deel van dit, vooral Noorse, volk leefde traditioneel van de visserij.

Sami woonden in de zomer in lavvu: tenten die makkelijk op te zetten, af te breken en te vervoeren waren. Het geraamte van zo’n tent bestaat uit in elkaar vallende stokken. Daarover hangen aan elkaar genaaide rendierhuiden. Het naaien gebeurde met benen naalden en rendierdarm. Grappig ook, dat de lavvu erg lijkt op de Noord-Amerikaanse tipi, maar de lavvu is steviger en lager. In de lavvu is een vuurplaats, de rook ontsnapt via een opening in het dak.

In de winter verbleven de Sami samen met de rendieren op één plaats. In het noorden woonden ze in koepelvormige hutten. Aarde op de hutten vormde de isolatie. In het zuiden waren de hutten vierkant.

De leefwijze van de Sami is vanaf de zeventiende eeuw behoorlijk veranderd. Nog maar een klein deel leeft als nomade en dan ook nog maar gedurende een beperkt deel van het jaar. Veel Sami zijn nu visser of landbouwer, werken in loondienst of zijn zelfstandig ondernemer. De meesten proberen hun eigen cultuur en taal in ere te houden.

De mooi gekleurde traditionele kleding en de traditionele muziek, de joik, zijn nu vooral nog folklore.

De joik hoort bij een van de oudste muziekvormen in Europa. De traditionele zang had ook een plaats in de religie. Waarschijnlijk is dat door het Christendom verboden. Het zingen van de joik is sinds 1950 in Noorwegen op scholen verboden. Tegenwoordig wordt de joik in veel kerken geaccepteerd en gebruikt in Samische kerkdiensten, maar zeker nog niet in alle kerken. Een joik gaat niet over iemand, maar je zingt iemand of iets toe.

Foto’s

1 Reactie

  1. Baukelien:
    1 februari 2022
    Stikdonker en dan op zo,n slee !!!!!
    Hobbel de bobbel, zorgen dat je er niet afvalt !!!!
    Brrrrr !!!!
    Vandaar wandelpas wrs ????